Astrid Ottenheym

Astrid volgens Astrid:

“Iemand die me leerde kennen tijdens mijn huidige werkpraktijk zei: ‘Je bent een laatbloeier.’ Alles overziend zie ik mezelf meer als een ‘breedbloeier’. De vele verschillende ervaringen vormen mij als mens en met oefening en reflectie heb ik geleerd om te durven verschijnen als volledig mens. Ik heb geleerd dat elke interactie bijdraagt aan hoe wij samen leven als onderdeel van de natuur op deze aarde. 

Mijn ervaringen heb ik als geboren Limburgse (het is nog te horen) opgedaan op diverse plekken in Nederland. Ik heb een diversiteit aan kennis en kunde mogen vergaren over verplegen, lesgeven, organisatiekunde, leidinggeven in de zorg en onderwijs en als promovendus in het doen van onderzoek. Ik heb het als een rijkdom ervaren dat ik als (wijk)verpleegkundige mensen heb mogen begeleiden bij kindzorg, ziekte van kortdurende of langdurende aard, en bij het afscheid van het leven. Supertof, de ervaringen als (montessori)leraar om het lerend vermogen in samenspel met de kinderen van de klas op verschillende basisscholen in de onderbouw, middenbouw en bovenbouw te stimuleren en te verrijken. En al die ervaringen als directeur van een basisschool, coördinator Weer Samen naar School, als adviseur in de zorg en onderwijs bij onder meer transities en innovaties. Het was een rijkdom om als directeur-bestuurder van het samenwerkinsgsverband PPO-NK met alle nevenfuncties al mijn voorgaande ervaringen te hebben kunnen verbinden, waardoor ik mijn bewustzijn en inzichten weer heb kunnen verrijken. Bij PPO-NK heb ik ervaren wat het betekent om jezelf steeds opnieuw te herijken, te verrijken en te heroverwegen om zo het ecosysteem met mijn beste vermogens te dienen zodat het zich kan ontwikkelen. Een waardevolle ervaring was ook om samen met collega’s en de PO-raad te zoeken naar de beste manier van gezamenlijk organiseren, met welke bedoeling en welke opdracht. Dat resulteerde in de oprichting van Netwerk LPO (Leidinggevenden Passend Onderwijs). Daarna diende het volgende vraagstuk zich aan: de samenwerking tussen onderwijs en zorg. Samen met Elly Konijn werd ik bestuurlijk ambassadeur van het Netwerk Met Andere Ogen. 

Als ik terugkijk zie ik een rode draad: ik probeerde telkens over de schutting te kijken en mijzelf en anderen te bevragen wat er nodig is nodig om de toekomst die we wensen tot realiteit te maken. Het was en is een levenslange oefening in een open houding waarbij altijd de bedoeling voorop staat. 

Ik realiseer me dat ik nu veel onbenoemd laat, zoals mijn dierbare ervaringen in familie en vriendenkring en al die verschillende hobby’s, waaronder zweefvliegen, die mij telkens een nieuw perspectief aanreikten. Zoals ik al zei: ik ben een breedbloeier. Maar misschien wordt iedereen dat wel, als je je hart volgt.”

 

 

 

Hannah Hofman

Hannah Hofman is de schrijversnaam van Richard Stuivenberg (Leeuwarden, 1969, Generator 4/6), in het dagelijks leven tekstschrijver – meestal over onderwijs en jeugd – en uitgever/redacteur bij Uitgeverij HENS.

 

Robbin Haaijer

Robbin volgens Robbin:

“Ik was 16 toen ik bij een vriend achter in de auto zat. We reden zoals wel vaker met zijn vader mee naar Amsterdam. Zijn vader was ‘adviseur’, zat op veel plekken, en af en toe pikten we ons graantje mee. Ergens in een van die autoritten heb ik besloten ook adviseur te worden. Het leek me wel wat. Gevraagd worden om ergens te helpen. Dat jij mag helpen als het mensen (in organisaties) even niet zelf lukt of dat je het nog beter mag maken. Op die gedacht doe ik nog steeds mijn werk. Nu al zo’n 25 jaar. 

Helpen: in essentie is dat wat je als adviseur doet. Soms door te doen wat wordt gevraagd, veel vaker door iets anders te doen. Iets toe te voegen, iets zichtbaar te maken wat nog niet zichtbaar was. Door hoop toe te voegen, vertrouwen en aandacht. En als je geluk hebt – zoals ik – ontstaan daar in de loop der tijd prachtige relaties en vriendschappen uit. Die kunnen leiden tot een boek. En waar je elkaar gewoon kan vragen: ‘Hoe is het met jou?’”

Vivian Tevreden

Vivian over Ma Yenko: ‘Het is echt mijn verhaal geworden, zoals ik het vertellen wil’

Wie is Vivian Tevreden?

“Ik ben moeder van twee kinderen, getrouwd met Frans, de liefde van mijn leven. Schrijven is het liefste wat ik doe. Ik schreef al op Curaçao, waar ik in 1973 geboren ben als dochter van een Nederlandse moeder en een Antilliaanse vader. Toen ik leerde schrijven op school, slaakte ik echt een zucht: nu kan het beginnen. Ik lag uren op mijn buik op de koele vloer in ons huis om verhalen te schrijven, en brieven aan mijn moeder.”

Hoe is het manuscript van Ma Yenko tot stand gekomen? 

“Ik voel me enorm verbonden met het verhaal dat verteld moest worden. Het is geïnspireerd op het leven en het karakter van mijn oma Vivian. Net als zij in het boek háár oma voortdurend ‘waarneemt’, als een aanwezigheid die altijd bij haar is, zo ervaar ik dat ook met míjn oma. Ik wilde háár verhaal vertellen, en het verhaal van vrouwen als zij, gemangeld door de geschiedenis van kolonialisme en slavernij, onderdrukt als vrouw-van-kleur. Tegelijk wilde ik de enorme kracht laten zien waarmee zij zich staande houden.

Ik wilde aanvankelijk zo dicht mogelijk bij de waarheid blijven. Maar ik merkte dat ik van archiefonderzoek geen energie kreeg. Ik had de vrijheid nodig om het verhaal op te schrijven zoals ik het wilde. In het boek zijn nu aspecten gebaseerd op de realiteit, maar het meeste is mijn fantasie, herinnering en inspiratie. Het decor, de plekken waar het verhaal zich afspeelt, kloppen meestal met hoe het echt is. Wat er in het decor gebeurt, is echt mijn verhaal geworden, zoals ik het vertellen wil.”

Hoe schrijf je?

“Als ik schrijf, zit het verhaal bij me aan tafel, zo voelt het echt. Schrijfster Elizabeth Gilbert noemt het ‘big magic’: het verhaal schrijft zich voor een deel vanzelf en maakt contact met jou als schrijver om geschreven te worden. Ik ervaarde dat heel sterk met een van de personages: midden in de nacht diende die zich plotseling aan en hij moest erin, hoe naar ik hem ook vond. Natuurlijk werkt ook je verstand mee, om de stroom van je fantasie te beteugelen, maar belangrijk voor mij is om het verhaal de ruimte te geven zich te ontwikkelen zoals het zich ontwikkelen wil.”

Wat wens je Ma Yenko toe?

“Dat het verhaal zijn weg vindt en gelezen wil worden, het verhaal over de kracht van vrouwen die in stilte, ongezien, tegen de stroom in hun weg hebben gevonden. Die vrouwen wil ik in de schijnwerpers zetten, zodat we leren kijken vanuit hún perspectief. Dat is hard nodig, ook bij de mensen die het aangaat. Toen ik mijn man voorstelde aan mijn oma stond zij erop dat hij als eerste naar binnen ging, in haar eigen huis nota bene. Hij was tenslotte ‘de witte man die het altijd voor het zeggen had gehad’. En mijn eigen vader wilde toen hij studeerde in Nederland niet in een treincoupé zitten, maar nam altijd plaats in het halletje, op een stoeltje bij de deuren. Dat had hij bedacht na vervelende ervaringen als zwarte man in Nederland.”

Van welke boeken hou je zelf?

“Zonder lezen kan ik niet leven, dus ik lees heel veel. Ik hou van eerlijke boeken die zonder veel franje zeggen waar het op staat. Mijn absolute lievelingsboek is Aiden Chambers’ This is All: the pillow book of Cordelia Kenn. Het boek volgt het levensverhaal van Cordelia. Het is zo geschreven dat ik met haar meeleef, me verdrietig met haar voel, ik haar alles gun en bang ben met haar. Prachtig vond ik ook de bundel columns van Dichter des Vaderlands Babs Gons: Alles wat je liefhebt wordt mooi. Babs is in staat heel liefdevol te kijken naar de wereld om ons heen en kan dat ook nog liefdevol opschrijven. En ik hou van de teksten van zangeres Izaline Calister, vooral Mi pais (Mijn land). Izaline verwoordt precies hoe mooi en kwetsbaar het eiland is, waar zij en ik zijn geboren. Met de prachtige muziek die ze erbij componeert, voel ik weer helemaal hoe het daar is.”