
En ik maar denken dat het ingewikkeld was: digitaal geld, cryptomunten, ‘central bank digital currencies’ (cbdc’s). Mahir Alkaya, ingenieur en Tweede Kamerlid voor de SP, schreef er een boek over – Van wie wordt ons geld? – en nu weet ik: het is doodeenvoudig! Het is in ieder geval niet moeilijker te begrijpen dan een economieles uit Havo 3. Wat ik lastiger te begrijpen vind, is het relatieve optimisme waarmee Alkaya de onvermijdelijke komst van digitale euro tegemoet treedt.
Behalve een economieles is Van wie wordt ons geld? ook een lesje moderne geschiedenis. Nog niet zo heel erg lang geleden hadden we alleen maar contant geld, in briefjes en munten. Ieder land zijn eigen geld. Vanaf de jaren tachtig begon dat te veranderen: contant geld begon plaats te maken voor digitaal geld. Betalingen vonden steeds meer digitaal plaats, met een pinpas of een overboeking. Anno 2022 vindt nog maar ongeveer 20% van de betalingen plaats met contant geld. En er komen steeds meer plekken waar je alleen nog maar digitaal kunt betalen. ‘PIN only’ staat er met een grote sticker op het raam geplakt.
Oppermachtige commerciële banken
Reuze handig, vinden we met elkaar. Je hoeft nooit meer geld op zak te hebben, je kan niet worden beroofd en betalen gaat een stuk sneller. Maar waar we niet zo bij stilstaan: ons geld, ons digitale geld, kunnen we alleen in bewaring geven bij commerciële banken. Al onze betalingen lopen altijd via een commerciële bank. Er is geen alternatief. Bovendien zijn zij degenen die geld creëren, simpelweg door een lening uit te schrijven. Daar hoeft geen zelfde hoeveelheid spaargeld tegenover te staan. Voldoende vertrouwen dat jij in staat zult zijn de lening met een leuke rente terug te betalen, volstaat.
Commerciële banken zijn dus oppermachtig, onmisbaar. Komen zij in problemen, bijvoorbeeld doordat ze te veel risico’s hebben genomen om hun winsten op te kunnen drijven, dan stort ons hele betalingssysteem in, onze hele economie. Dat kan natuurlijk niet, dus moeten ze gered worden door de overheid, met overheidsgeld, zoals we gezien hebben in de wereldwijde bankencrisis die uitbrak in 2008 en 2009.
Alles bleef hetzelfde
Eens maar nooit weer, dachten we toen. Dit is een kans om het systeem te hervormen. Er gebeurde echter weinig. Zelfs een door een grote meerderheid van de Tweede Kamer gewenst alternatief van een publieke depositobank waar gewone mensen risicovrij hun spaargeld konden onderbrengen, kwam er niet. ‘Europese regels’, werd gezegd. De voorwaarden voor zo'n alternatief zouden zo streng zijn, dat zo’n publieke bank feitelijk onmogelijk was.
De komst van crypto
En toen kwamen de cryptomunten. Commerciële banken én overheden schrokken: dit was een directe bedreiging voor hun macht. Consumenten konden nu direct geld naar elkaar overmaken, zonder tussenkomst van een bank, en zonder toezicht, of zo je wilt: controle, van de overheid. Langzaam groeide het besef: we moeten zelf een digitale munt ontwikkelen, voordat techbedrijven en burgers de handen definitief ineenslaan en wij het nakijken hebben. Die munt gaat er komen, dat is onvermijdelijk. En hij heet: cbdc, ‘central bank digital currency’, of in het geval van Europa: de digitale euro.
Een nieuwe kans?
Mahir Alkaya beschrijft in zijn boek de komst van de digitale euro als opnieuw een kans, een kans om de macht van de commerciële banken te breken, zodat zij zich weer kunnen concentreren op hun kerntaak: leningen verstrekken aan het MKB. De overheid zou burgers alsnog de mogelijkheid geven hun geld risicovrij in beheer te geven, op een rekening in digitale euro’s bij de centrale bank. Er is echter een groot gevaar, zo laat Alkaya ook duidelijk zien: een digitale euro is volledig programmeerbaar. In theorie kan de overheid tot in detail bepalen waar jij je digitale euro aan uit mag geven, hoeveel je uit mag geven, hoe lang je je digitale euro's op de rekening mag laten staan, etcetera. In theorie kan de overheid ook al je transacties volgen, registreren en koppelen aan een sociaal kredietsysteem, waarin je beloond wordt voor goed gedrag, gestraft wordt voor wat de overheid bepaald heeft als slecht. En in theorie kan dit alles nog gekoppeld worden aan je digitale ID, waaraan de EU hard werkt, en je vaccinatiepaspoort, waartoe de G20 vorige week, op heel democratische wijze, besloten heeft.
Alkaya gelooft echter dat we dit alles nog kunnen voorkomen. Door nu alert te zijn en de digitale euro zo te ontwerpen dat deze nieuwe munt echt van ons wordt, en niet van technocratische overheden die ons steeds verder willen controleren. Dat onze privacy gewaarborgd is, en dat de munt een alternatief is naast de bestaande betalingssystemen van contant geld een commerciële bank, en deze niet gaat vervangen.
Wat theoretisch mogelijk is, gaat zeker ook gebeuren
Ik denk dat dat naïef is. De digitale euro wordt ontworpen in Frankfurt, door Amazon, in opdracht van technocratische, ongekozen, centrale bankdirecteuren, ten dienste van een technocratisch, ongekozen, Europees overheidsapparaat. SP-Kamerleden gaan daar heel weinig over te zeggen hebben. En hij bewijst zijn kiezers geen dienst door de digitale euro een kans te willen geven. Want hij kan weten: wat theoretisch mogelijk is, gaat zeker ook gebeuren. Met de digitale euro, die zeker geen keuze wordt, maar meer en meer verplicht, halen we een Paard van Troje in huis waarmee we de technocratische overheid een onbegrensde macht geven over ieder detail van ons persoonlijke leven. Tijdens de zogenaamde ‘pandemie’ hebben we een voorproefje kunnen zien van waar dit toe kan leiden. Met de digitale euro zijn er geen grenzen meer. Er is maar één antwoord op dit initiatief: niet doen. (Hannah Hofman)
PS Alternatieven zijn er overigens al wel. Zie bijv. Betalen met Florijn.